Zonnepanelen
Fotovoltaïsche zonnepanelen zijn de meest voor de hand liggende manier om zelf elektriciteit te produceren. Zonlicht is gratis. En in Vlaanderen zijn PV-systemen een ideale manier om te voldoen aan het verplichte

(c) Laurent Brandajs / Crahay & Jamaigne
minimumaandeel hernieuwbare energie voor nieuwe huizen en grote renovaties, opgelegd via de EPB-regelgeving. De prijzen vallen mee. Een installatie voor een gemiddeld gezin, met een verbruik van jaarlijks 3.500 kWh, kost rond de 6.000 euro (incl. plaatsing en 6 procent btw). Een bedrag dat op 8 tot 10 jaar is terugverdiend. De stroom die je te veel produceert, wordt op het net gezet, waardoor je teller terugdraait.
Het nadeel is wel dat zonnepanelen enkel overdag werken, uitgerekend het moment waarop je weinig elektriciteit verbruikt. Overschotten worden weliswaar opgevangen door het net. Maar daar betaal je dan wel een zogenaamd “prosumententarief” voor. Een oplossing zou een thuisbatterij kunnen zijn, maar met het systeem van de terugdraaiende teller en de hoge kostprijs, zijn ze momenteel niet heel interessant.
Kleine windmolens
Windmolens zijn een vertrouwd beeld op industrieterreinen en langs snelwegen. Maar kleine turbines in tuinen of op daken zie je nauwelijks. Maar, in tegenstelling tot zonnepanelen, produceren windmolens ook elektriciteit als het donker is. Productie en verbruik vallen dus vaker samen, waardoor je minder elektriciteit op het net moet zetten.
Inclusief installatie betaal je voor een kleine windmolen algauw 10.000 tot 40.000 euro. Je hebt een stedenbouwkundige vergunning nodig. En je moet rekening houden met trillingen die mogelijk schade veroorzaken aan het gebouw. Andere nadelen zijn geluidsoverlast, door de snel draaiende wieken, en slagschaduw. Kleine windmolens hebben ook een lage rendabiliteit omdat er op een hoogte van 10 tot 15 m maar een beperkt windaanbod is.
Warmte-krachtkoppeling
Warmte-krachtkoppeling (WKK) is het tegelijk opwekken van elektriciteit en warmte. Dat is efficiënter dan een gescheiden productie. WKK wordt vooral gebruikt in grote gebouwen. Bij kleinschalige toepassingen spreken we van micro-WKK, met toestellen die eruitzien als uit de kluiten gewassen cv-ketels.

(c) Viessmann
Micro-WKK’s zijn interessant wanneer het dak ongeschikt is voor zonnepanelen. Ze nemen weinig plaats in en veranderen niets aan het uitzicht van je huis. Nog een voordeel is dat je stroomproductie en -verbruik grotendeels samenvallen, waardoor je minder elektriciteit op het net hoeft te zetten. De productie is ook het grootst tijdens de wintermaanden, waarin het tegelijk koud en donker is. Een micro-WKK kan je trouwens gerust combineren met zonnepanelen.
Een installatie is pas financieel rendabel in huizen met een jaarlijkse warmtevraag van minstens 15.000 kWh. Niet geschikt dus voor goed geïsoleerde woningen. Behalve micro-WKK’s met brandstofcellen. Hou er ook rekening mee dat je wel nog altijd moet betalen voor de levering van gas om het toestel te laten werken.
Er zijn dus zeker een aantal interessante oplossingen om onafhankelijker te zijn van het elektriciteitsnet. Ze hebben ook een gunstige invloed op je factuur. Volledig onafhankelijk worden van het net zit er echter niet in.
Tekst Wim Deloof
Copyright openingsbeeld iStock